Toon Licht toe

Hoe zat het ook alweer met zij, hen en hun?

Bezig met plaatjes ophalen...
Dat kan een paar seconden duren.
Heel even geduld alsjeblieft!
Om te beginnen kun je ze alle drie gebruiken als persoonlijk voornaamwoord of zelfstandig naamwoord.

zij

zij (pers. vnw.)
derde persoon enkelvoud (vrouwelijk)

zij

zij (pers. vnw.)
derde persoon meervoud (alle geslachten)

hen

hen (zelfst. nw.)
kip (vrouwelijk)

Hun

Hun (zelfst. nw.)
lid van het Hunnenvolk (confederatie van Euraziatische nomaden, waarschijnlijk van meest Altaïsche en Oeraalse afkomst)
Als je het hebt over iets wat van meerdere eigenaars is, dan zeg je hun.
(Het is dan een bezittelijk voornaamwoord.)

hun hen

hun (bez. vnw.) van hen
hen (zelfst. nw.) kip (vrouwelijk)

hun Hun

hun (bez. vnw.) van hen
Hun (zelfst. nw.) lid van het Hunnenvolk
Het persoonlijk voornaamwoord hen gebruik je als het na een voorzetsel staat.

zij geeft hun hen aan hen

Kun je het wat duidelijker maken?
zij (pers. vnw.) derde persoon vrouwelijk enkelvoud gebruikt als onderwerp
hun (bez. vnw.) van hen
hen (zelfst. nw.) kip (vrouwelijk)
hen (pers. vnw.) derde persoon meervoud na een voorzetsel
Het persoonlijk voornaamwoord hun gebruik je als de 3e persoon meervoud meewerkend voorwerp is, en het niet na een voorzetsel staat.

zij geeft hun hun Hun

Kun je het wat duidelijker maken?
zij (pers. vnw.) derde persoon vrouwelijk enkelvoud gebruikt als onderwerp
hun (pers. vnw.) derde persoon meervoud als meewerkend voorwerp zonder voorzetsel ervoor
hun (bez. vnw.) van hen
Hun (zelfst. nw.) lid van het Hunnenvolk
Als de 3e persoon meervoud het onderwerp is, dan gebruik je altijd zij.

zij geven hun Hun hun hen

Kun je het wat duidelijker maken?
zij (pers. vnw.) derde persoon meervoud gebruikt als onderwerp
hun (bez. vnw.) van hen
Hun (zelfst. nw.) lid van het Hunnenvolk
hun (bez. vnw.) van hen
hen (zelfst. nw.) kip (vrouwelijk)
Hen kun je ook nog gebruiken als lijdend voorwerp voor de 3e persoon meervoud.

hun Hun slaat hen met hun hen

Kun je het wat duidelijker maken?
hun (bez. vnw.) van hen
Hun (zelfst. nw.) lid van het Hunnenvolk
hen (pers. vnw.) derde persoon meervoud als lijdend voorwerp
hun (bez. vnw.) van hen
hen (zelfst. nw.) kip (vrouwelijk)
Dus… Hun hebben is altijd fout?
Welnee. Dat is prima Nederlands.

wil jij onze Hun hebben ?

Hun (zelfst. nw.) lid van het Hunnenvolk